Niet de stakende chauffeurs, maar de Vlaamse regering bouwt openbaar vervoer af

De Vlaamse regering heeft het niet op openbaar vervoer begrepen. Dat is de enige conclusie die kan getrokken worden uit het gevoerde beleid. Na jaren van besparingen komt de regering-Jambon met nog meer besparingen. Nu al is er een personeelstekort en gebrekkig materieel. Het aantal afgelaste ritten explodeert. De Vlaamse regering en de directie doen alsof hun neus bloedt. Ze richten zich tegen de stakende personeelsleden die opkomen voor beter openbaar vervoer.

De verantwoordelijkheid voor de malaise doorschuiven naar het personeel past in de nieuw-Vlaamse arrogantie die kenmerkend is voor de regering-Jambon. Het zijn niet de chauffeurs en andere personeelsleden die elke dag hard werken die verantwoordelijk zijn voor het gebrek aan middelen om iets van dienstverlening overeind te houden. Neen, dat gebeurt door de Vlaamse regering en de door haar aangestelde directie. Zij maken het openbaar vervoer kapot. De regering en de directie klagen dat de reizigers de dupe zijn van de stakingsacties. Ze vergeten te vermelden dat zij het openbaar vervoer afbouwen en daar toch steeds hogere ticketprijzen tegenover stellen.

Beloften van sociaal overleg zijn hol, zeker als de Vlaamse regering tegelijk de druk op de directie opvoert om nog meer te besparen. Het is niet verwonderlijk dat bij veel personeelsleden de maat vol is. Ze geloven de directie niet meer. Vandaar dat in Vlaams-Brabant al dagenlang wordt gestaakt. Een verantwoordelijke van een vakbond die niet meestaakt spreekt over de mogelijkheid van een “totale impasse.” Dat is inderdaad waar het beleid vandaag op aanstuurt. Oproepen om hoop te stellen in overleg ondermijnen stilaan de geloofwaardigheid van de vakbonden.

In plaats van de problemen aan te pakken, richten regering en directie zich tegen de mensen die de problemen aankaarten. De regering eis een minimale dienstverlening zoals bij het spoor. Veel personeelsleden van De Lijn zullen daar eens goed mee lachen: op gewone werkdagen is er soms al amper minimale dienstverlening. Wat wil je als er niet geïnvesteerd wordt in personeel en materieel? Dan zakt de moed door de bodem: gebrek aan respect maakt dat de uitstroom van personeel groot blijft. Zo blijven we in een vicieuze cirkel. En dat op een ogenblik dat dringende klimaatmaatregelen, zoals een drastische uitbreiding van het openbaar vervoer, noodzakelijk zijn!

De neoliberale besparingsregering is minstens schuldig aan bewust verzuim, maar het lijkt meer en meer op een bewuste doodsteek voor De Lijn. Dat zeggen niet alleen wij, enkele vertrekkende managers klaagden in de media over een “zinkend schip”. Laat er geen onduidelijkheid over bestaan: het zijn niet de stakende chauffeurs die het schip doen zinken, zij klagen het enkel aan.

De staking vandaag is een goede stap in de opbouw van verzet tegen de steeds verdergaande besparingen. In plaats van vervoer op de markt te gooien, is er nood aan publieke investeringen in degelijk en goedkoop openbaar vervoer met voldoende personeel zodat er een alternatief is op de auto. Hiervoor zullen we onze strijd moeten organiseren. De Vlaamse regering is zeer vastberaden om De Lijn, maar ook de cultuursector en andere diensten aan de bevolking kapot te maken. Enkel een vastberaden strijd tegen alle besparingen kan dit een halt toeroepen.