De doelstelling van de regering voor de eerste sociale verkiezingen bij het spoor was duidelijk: de positie van de vakbonden en van ACOD Spoor in het bijzonder verzwakken. Dat is grandioos mislukt.
N-VA drong aan op deze sociale verkiezingen. De partij suggereerde dat er geen draagvlak is voor de vakbonden en haalde uit naar “de onverantwoordelijke houding van de Waalse vakbonden.” “Je kan eraan twijfelen of de spoorbonden wel echt de stem van het voltallige personeel vertolken,” zei Kamerlid Inez De Coninck begin 2016. De N-VA voegde eraan toe: “Met sociale verkiezingen krijgt het personeel zelf de kans om voor verantwoordelijke vakbondsafgevaardigden te kiezen.” Dat heeft het personeel inderdaad gedaan.
De organisatie van de verkiezingen was niet optimaal: niet iedereen wist goed waar en wanneer gestemd kon worden. Met flexibele uurroosters die schering en inslag zijn bij de NMBS is gaan stemmen sowieso niet evident. Maar ondanks de organisatorische obstakels is een overtuigende meerderheid van het personeel gaan stemmen: 16.651 spoormensen of 54,23% van het totaal aantal. Dat is niet slecht voor eerste sociale verkiezingen: in bedrijven waar deze traditie al langer bestaat en er doorheen de jaren een efficiëntere organisatie van bekomen is, lag de gemiddelde opkomst in 2016 op 61,4%.
Voor de sociale verkiezingen bij het spoor waren er maar liefst 2.210 kandidaten op 277 lijsten. De bereidheid om op lijsten te staan is een indicatie van de mogelijkheden om de bonden te versterken met meer militanten en een grotere betrokkenheid. Bovendien hadden de sociale verkiezingen als effect dat de vakbondsverantwoordelijken meer en sneller rekenschap moesten afleggen aan de leden, wat de kwestie van democratische betrokkenheid op de agenda zet. Zo kan de vakbondswerking versterkt uit deze sociale verkiezingen komen.
De N-VA en de directie hoopten om de positie van ACOD te verzwakken. Ze zien in die vakbond de aanstoker van heel wat sociale onrust. Dat is niet correct: de sociale onrust en bijhorende acties worden veroorzaakt door een gebrek aan investeringen in voldoende collega’s en goed materieel. Maar alleszins is ook de hoop om ACOD te verzwakken mislukt: 302 van de 523 mandaten gingen naar ACOD. ACV Transcom is goed voor 188 mandaten, OVS voor 21, VSOA voor 7, ASTB voor 4 en Metisp voor 1 mandaat. Hiermee worden de verhoudingen tussen ACOD en ACV min of meer bevestigd. Bovendien is OVS, waar er de voorbije periode een strijdbare wind waait, de grootste van de ‘kleintjes’. Pogingen om het liberale VSOA sterker naar voor te schuiven, zijn niet gelukt.
De grootste verliezers van deze sociale verkiezingen zijn de regering-Michel I (met N-VA voorop) en de directie. Dat biedt mogelijkheden voor het personeel om zich te versterken in de strijd tegen de liberalisering en verdere afbouw van het spoor. Er zijn integendeel investeringen nodig in meer en beter openbaar vervoer met voldoende personeel. Dat sluit overigens ook aan bij de groeiende roep naar ernstige klimaatmaatregelen.