Sociale verkiezingen bij de NMBS: stem voor strijdbare kandidaten!

Begin december worden voor het eerst in de geschiedenis van de Belgische spoorwegen sociale verkiezingen gehouden. Het personeel kan 561 vertegenwoordigers kiezen voor 88 Comités en Subcomités Preventie en Bescherming op het Werk (CPBW’s), 3 Bedrijfscomités voor Preventie en Bescherming op het Werk en 5 Gewestelijke Paritaire Commissie (GPC’s, vergelijkbaar met een ondernemingsraad op lokaal niveau). Voor het Nationaal Paritair Comité zijn er geen verkiezingen. Het argument van de democratisering reikt blijkbaar niet tot het belangrijkste overlegorgaan. Zes vakbondsorganisaties hebben lijsten ingediend.

-> PDF van deze stemoproep

Rol van de politieke agenda van de regering

Het was logisch geweest indien de sociale verkiezingen bij de NMBS aansloten bij die in de privé en een aantal openbare diensten, zoals De Lijn. Daar zijn de volgende verkiezingen in 2020. Maar de regering wilde nog sociale verkiezingen bij het spoor voor de parlementsverkiezingen van 2019. Om de politieke agenda van de regering te dienen, worden nu op een drafje sociale verkiezingen georganiseerd met te weinig stembureaus, te weinig ruchtbaarheid en wellicht een bijhorende lage opkomst. De eerste verkozenen zullen geen vier maar zes jaar zetelen: tot in 2024.

Het doel van N-VA was van bij het begin duidelijk: “De onverantwoordelijke houding van de Waalse vakbonden richt het bedrijf stilaan maar zeker te gronde. Elke staking berokkent miljoenen euro’s schade. Daarom wil de N-VA sociale verkiezingen invoeren bij de spoorwegen, net als in privébedrijven.” Nu wordt de representativiteit van de erkende organisaties in de sociale overlegorganisaties nog bepaald door het ledenaantal. De rechtse regering hoopt via sociale verkiezingen de historische positie van ACOD/CGSP te ondermijnen.

Er wordt geprobeerd om de kleine liberale vakbond meer voet aan wal te geven, onder meer door de opname van VSOA als enige kleinere bond in het NPC. De poging om met de wet-Bellot van 2016 de meeste kleinere aangenomen vakorganisaties uit te sluiten, werd gelukkig van tafel geveegd door de klacht van de Onafhankelijke Vakbond Spoorwegpersoneel (OVS) bij het Grondwettelijk Hof. Het argument van de regering rond democratie is cynisch: zelf probeert ze met ondemocratische maatregelen vakorganisaties uit te sluiten en tolereert ze geen verkiezingen voor het belangrijkste overlegorgaan.

Regering weigert te investeren in personeel en dienstverlening: 663 miljoen euro minder voor de NMBS

Sociale verkiezingen zijn nationaal gezien deze die het dichtst bij de mensen staan. Het aantal kandidaten bij gewone sociale verkiezingen overtreft in ruime mate het aantal kandidaten bij de meest democratische politieke verkiezingen, met name de gemeenteraadsverkiezingen. Kandidaten worden verkozen op basis van een dagelijkse inzet. De collega’s kennen de kandidaten die ze kiezen doorgaans persoonlijk.

Zowel voor HR-Rail als de vakbonden was het zoeken naar de aanpak. Binnen de vakbonden werd gezocht naar een mengeling van gekende militanten met nieuwe kandidaten. Daarbij zijn nieuwe mensen gevonden die een actievere rol willen spelen binnen de vakbonden en in de verdediging van de belangen van hun collega’s. Het zorgde bovendien voor meer discussie over het belang van de vakbond, maar ook over het nut en de beperkingen van de bestaande sociale overlegorganen. Op die basis kunnen de bonden zich versterken.

Nog voor de programma’s klaar waren, was er al duidelijkheid over welke gadgets er zouden komen. Cadeautjes zijn plezant, maar zullen de personeelstekorten niet opvullen en evenmin antwoorden bieden op de noden. De affiches en pamfletten blijven doorgaans wat vaag, de inhoud blijft te vaak beperkt tot droge opsommingen met meer uitleg over de bestaande comités. De beste manier om ons te versterken in de strijd voor meer middelen, meer collega’s, betere arbeidsvoorwaarden en betere dienstverlening is door die uitdagingen te benoemen en te bespreken met zoveel mogelijk collega’s. Dat is hoe we een hogere opkomst kunnen realiseren.

De besparingen en voorbereidingen op de liberalisering zetten enorme druk op het personeel dat meer moet doen met minder. In 2018 daalde het aantal voltijdse equivalenten onder de 30.000, in 2004 waren we nog met meer dan 40.000! In dezelfde periode steeg het aantal reizigers met 40%. In de praktijk vertaalt zich dit in collega’s die hun verlof niet krijgen, vollere prestaties en spookstations. Daarbovenop is er een geplande productiviteitsstijging van 4% in 2019. En alsof dat nog niet genoeg is, eist de directie nog meer productiviteit voor elke kruimel die het personeel vraagt (denk aan herwaardering bestuurders, dossier kredietdagen, …) Iedereen die wel eens de trein neemt weet dat er middelen nodig zijn, maar de dotatie van de Belgische staat aan NMBS en Infrabel is onder deze regering met 20% afgebouwd. In 2019 zal die dotatie 663 miljoen euro lager liggen dan in 2014.

Stem voor strijdbare kandidaten

De druk van de regering en de directie leggen de beperkingen van het overlegsyndicalisme bloot. De aanvallen komen van alle kanten en in alle formaten. Op een versneld tempo worden dossiers eenzijdig doorgedrukt om de vakbonden voorbij te steken. Het gebrek aan stevig antwoord zorgde voor heel wat onvrede over de vakbondsleidingen. We moeten de sociale verkiezingen aangrijpen om onze krachten te versterken en de vakbondswerking te democratiseren. De sterkte van de vakbonden ligt in de mogelijkheid om personeel samen te brengen in strijd voor onze belangen. Bouwen aan en stemmen voor strijdbare posities, kunnen de druk en de betrokkenheid van onderuit versterken om zo onze strijd te winnen.

De vakbonden beperken zich vaak tot het aanklagen van wat misloopt, maar dat ondervinden de collega’s dagelijks. De aangeboden oplossingen blijven te algemeen: dat het personeelstekort moet opgelost worden met meer personeel weet iedereen. Werkbaar werk en veiligheid, wie kan daar tegen zijn? Veel personeelsleden blijven op hun honger zitten: hoe zal dat werkbaar werk georganiseerd worden, hoe kunnen we ons pensioen nog verdedigen, hoe kunnen we de besparingen die de veiligheid bedreigen stoppen? Er zijn verschillen tussen vakbonden en lokaal ook door initiatieven van militanten. Maar we zullen sterker staan waar militanten verkozen worden die opkomen voor een mobiliserend en offensief eisenplatform.

Niet enkel het resultaat, ook de opkomst is belangrijk. Het feit dat de verkiezingen op een drafje worden georganiseerd, zal wegen op de opkomst. Het zijn de eerste sociale verkiezingen en er kan dus niet vergeleken worden. Een zwakke opkomst zal echter gebruikt worden om nieuwe aanvallen in te zetten. Zwakheid langs onze kant zet aan tot agressie aan de overkant. Wij roepen op om te stemmen en daarbij de voorkeur te geven aan strijdbare kandidaten die streven naar een strijdsyndicalisme.

Iedere beroepscategorie heeft specifieke zorgen en op elke werkplek zijn er militanten nodig die er alles aan doen om hun collega’s te verdedigen. Het is doorheen acties dat militanten en collega’s zich als voortrekkers hebben getoond. Zij moeten gesteund worden, los van de vakbond waarvoor ze kandidaat zijn. Die verkozen posities moeten we gebruiken om collega’s meer te informeren, betrekken en mobiliseren. Zo kunnen we een begrepen en gedragen strategie ontwikkelen waarmee we niet alleen de aanvallen stoppen maar ook zaken afdwingen. Zo bouwen we aan een krachtsverhouding op de werkvloer om op te komen voor sterke publieke spoorwegen met respect voor personeel en zorg voor de reizigers. Dat is een alternatief op diegenen die vandaag de spoorwegen afbreken.

 

Dit standpunt is collectief opgemaakt voor de blog Libre Parcours (libreparcours.net), een initiatief opgezet door LSP-leden in de sector, waaronder kandidaten bij de sociale verkiezingen in zowel Vlaanderen, Wallonië als Brussel en dit voor verschillende vakbonden.