Spoorman over de liberalisering: “Vakbonden mogen niet fatalistisch zijn. De angst moet van kamp wisselen”

Recent raakte bekend dat de NMBS een vacature plaatste voor een ‘Specialist Rail Liberalisation’. Bereidt de regering de liberalisering van het binnenlands reizigersvervoer voor? Zet dit de weg open voor een privatisering? We spraken erover met een spoorman.

Wat betekent die liberalisering van het reizigersvervoer?

“De liberalisering betekent het einde van het publieke monopolie van de NMBS. Het publieke bedrijf zou moeten concurreren met andere, private, operatoren die vrij hun treinen op het netwerk kunnen inzetten. Het is iets anders dan privatiseren: de verkoop van de NMBS aan private aandeelhouders.

“Officieel staat de privatisering niet op de agenda in België, maar rechtse provocateurs zoals Alexander De Croo (Open VLD) maken er regelmatig allusie op. Wat nu voorbereid wordt, is de liberalisering van het binnenlands reizigersverkeer vanaf 2023. Het is een proces dat in de jaren 2000 op Europees niveau is ingezet en in 2005 leidde tot de scheiding tussen Infrabel (dat het netwerk beheert en publiek zou blijven) en de NMBS (vandaag een publieke operator, die straks moet concurreren met private operatoren). Het is een Europese verplichting, maar er zijn uitzonderingen voorzien. Uiteraard heeft de regering-Michel niet de intentie om een confrontatie met de EU hierover aan te gaan.”

Wat betekent een liberalisering voor reizigers en personeel? 

“De reden waarom veel mensen ‘liberalisering’ en ‘privatisering’ dooreenhalen, is omdat de liberalisering ervoor zorgt dat de openbare dienst moet voldoen aan de vereisten van de private sector.

“Ik heb ditzelfde proces gezien in een publiek ziekenhuis waar ik werkte voor ik bij de NMBS begon. Om met de privé te concurreren werd de werking van de openbare diensten aangepast waardoor met hetzelfde doel werd gewerkt: winst maken. Het eerste doel is dan niet langer om een goede dienst aan de bevolking aan te bieden, maar om een goed zakencijfer te realiseren.

“Je werkt dan wel nog in een openbare dienst, maar je moet op exact dezelfde wijze functioneren als in de privé. Tegelijk zijn er terechte verwijten van de gebruikers omdat de dienstverlening te wensen overlaat. Het personeel zit gewrongen tussen onverenigbare verwachtingen en eisen. Dat gebeurt bovendien in een context waarin onze rechten steeds aangevallen worden. Uiteraard zorgt dat voor veel frustratie.”

Wat zouden de concrete gevolgen bij de NMBS zijn?

“De stiptheid van de treinen op de lijn tussen Luik en Bergen behoort tot de slechtste van het land. De woordvoerder van de NMBS minimaliseert de ernst hiervan: ‘Het is niet op die lijn dat we de meeste klanten hebben.’ Sommigen zagen daar een communautaire kwestie in, maar dat is een zware fout. De spoorbedrijven laten minder gebruikte lijnen aanmodderen en verkommeren omdat het niet daar is dat ze hun omzet halen. Het is gewoon een toepassing van de marktlogica.

“Elke belangrijke beslissing die de NMBS vandaag neemt, is gebaseerd op de komende liberalisering. Het is een obsessie geworden voor het topmanagement. Op enkele jaren tijd is de gebruiker een ‘klant’ geworden. De klant is de core business. Alle managementpraktijken uit de privé worden op elke dienst losgelaten. De verandering in woordgebruik is belangrijk omdat het tot doel heeft om een nieuw ideologisch kader op te leggen en om aan de ‘anciens’ duidelijk te maken dat ze zich moeten aanpassen of opkrassen. Het is een proces dat erg brutaal kan worden. De aanvallen in Frankrijk gaan nog verder dan bij ons. Daar heeft dit geleid tot een toename van zelfmoorden onder spoorpersoneel.

“Officieel zijn de stiptheid en de veiligheid prioriteiten voor de NMBS en Infrabel. Maar de besparingen opgelegd door de regering-Michel en de daling van het aantal collega’s maken het onmogelijk om ook effectief betere stiptheid en meer veiligheid te realiseren. In de grote stations zijn er bewust weinig loketten open waardoor er lange wachtrijen zijn en de reizigers naar de automaten of aankopen op internet geduwd worden. De managers gebruiken vervolgens de verkoopcijfers aan de loketten om uit te leggen dat het normaal is dat er minder loketten opengehouden worden omdat de reizigers meer gebruik maken van de automaten. Zo kan je alles aantonen! Het betekent wel dat de productiviteit verder opgedreven wordt. Dat is het enige dat voor hen van tel is.”

In december zijn er voor het eerst sociale verkiezingen bij de NMBS. Vanwaar die verandering?

“De spoorwegen zijn historisch een bastion van de vakbonden. Maar de laatste jaren hebben de vakbonden heel wat te verduren gekregen. De rechterzijde heeft de aanvallen opgevoerd. Er zijn die door de regering – bijvoorbeeld rond de pensioenen of de minimumdienst – maar ook die door het bedrijf zelf. De obsessie rond een productiviteitsverhoging leidt tot een vermindering van het aantal rustdagen, aanhoudende veranderingen in de organisatie van het werk, uitbreiding van de taken en hogere werkdruk, …

“De vakbondsleiders hadden vroeger de gewoonte om eerder rustig te onderhandelen. Ze zijn opgeleid met die methode. Maar in een context waarin de verantwoordelijken zelfs niet meer willen onderhandelen en alles met de harde hand opleggen, werkt dit niet meer.

“We moeten een krachtsverhouding opbouwen. Zonder een degelijke voorafgaand uitgewerkte strategie kan dit niet. We moeten steun zoeken bij de reizigers, hen uitleggen waarom zowel de reizigers als het personeel nood hebben aan een echte openbare dienst. We moeten de discussie aangaan en de leden veel meer informeren, wat de afgelopen jaren niet gebeurd is. We moeten een actieplan op langere termijn opstellen, eenmalige stakingen zonder vervolg hebben immers beperkingen. Veel van wat nodig is, gebeurt vandaag niet. Maar de eerste stap is om goed te begrijpen wat de inzet is.

“Toen de regering-Michel sociale verkiezingen oplegde aan de NMBS, was het doel ongetwijfeld om de historische positie van ACOD te verzwakken. In de praktijk kan het echter de dynamiek van alle vakbonden versterken. Strijdbare militanten moeten een actieve campagne voeren en gebruik maken van deze sociale verkiezingen om met de collega’s de discussie aan te gaan over hoe we de werking van de vakbonden democratischer kunnen maken en zoveel mogelijk personeelsleden in onze strijd betrekken.

“We zullen er alles aan doen om de krachtsverhoudingen te wijzigen. We willen een sterke openbare dienst die toegankelijk is en voldoende middelen heeft om de maatschappelijke uitdagingen aan te gaan. Ik vind dat fatalisme geen plaats heeft in de vakbonden. De angst moet van kamp wisselen!”