Goederenmachinisten dwingen met staking belangrijke toegevingen af

De staking van goederenmachinisten heeft resultaat opgeleverd. Wat door velen als onmogelijk werd gezien en op maandag volgens de directie nog totaal onhaalbaar was, werd op dinsdag als basis voor onderhandelingen aanvaard. De staking werd grotendeels van onderuit georganiseerd en kon rekenen op een brede solidariteit en een grote vastberadenheid.

Onzekerheid

Met de liberalisering van het goederenverkeer wil de directie uiteindelijk Logistics volledig met eigen contractueel personeel laten rijden. Voor het personeel betekent dit slechtere arbeidsvoorwaarden: meer flexibiliteit, langere werkdagen en onzekerheid inzake bescherming tegen ontslag of inzake loonsvoorwaarden.

De directie zette druk op machinisten om individueel te tekenen en de overstap naar Logistics te maken. Wie niet tekende, bleef bij Technics. Maar Technics zou geen goederentransport doen, waardoor de toekomstige tewerkstelling in het gedrang kwam. Wie niet tekende, werd vervangen door een contractueel of een ter beschikking gestelde machinist, en moest een andere activiteit uitoefenen (meestal ook in een ander depot).

Belangrijke punten van ongenoegen onder de goederenmachinisten waren dan ook het verlies van hun statutaire tewerkstelling (en voor wie dat niet aanvaardde, het verlies van de functie van goederenmachinist), de juridische onzekerheid over de ter beschikkingstelling, de slechtere arbeidsvoorwaarden en gewoon de onzekerheid.  Wat als Logistics morgen failliet gaat? Gezien de schuldenberg is dat geen puur hypothetische mogelijkheid.

De schuldenberg van Logistics – mee het gevolg van de beslissing om goederentransport over het spoor niet langer als openbare dienst te beschouwen en dus geen dotatie meer toe te kennen – maakt dat het bedrijf nu al virtueel failliet is. Dat is niet veroorzaakt door de goederenmachinisten, maar door de politieke verantwoordelijken.

Nu al 20 dagen extra werken

Vooraleer alle personeel contractueel zou zijn, werd in een overgangssituatie gewerkt met ter beschikking gestelde statutairen die werken aan de voorwaarden van het filiaal. Zowel de contractuelen als de ter beschikking gestelde personeelsleden werken aan slechtere arbeidsvoorwaarden met prestaties van 13 uur, het verlies van 13 compensatiedagen, minder overgangen (een betaalde vrije dag om te bekomen van een dienst die na 23u eindigde),… Het komt ongeveer neer op een twintigtal extra werkdagen.

Na de staking van eind augustus werd de maximale prestatieduur van 13 uur opgegeven. De 20 extra werkdagen bleven, de directie stelde enkel voor dat wie geen 20 dagen extra werkt, zou inleveren op loon en premies. Ook werd na de staking van eind augustus aangekondigd dat er van de 350 machinisten die Logistics wil, 25% ingehuurde statutairen mochten zijn. Dat zou tot einde 2013 gelden en dus maar gaan om 87,5 machinisten. De groep die weigert te tekenen, is echter veel groter (wellicht tot 400) en wil bovendien werkzekerheid van meer dan een jaar.  Redenen genoeg om de afgelopen dagen opnieuw te staken dus.

Belangrijke toegevingen

Nu heeft de directie uitdrukkelijk volgende elementen erkend als basis voor onderhandelingen:

  • Een moratorium op verdere contractuele aanwervingen (tenzij er een personeelstekort komt)
  • Niemand zou nog onder druk gezet worden om ter beschikking gesteld te worden aan Logistics
  • Wie vandaag statutair is bij Technics kan dat blijven tot het bereiken van de pensioenleeftijd en blijft met goederen rijden. Deze machinisten worden aan Logistics verhuurd, maar met behoud van de bestaande voorwaarden.
  • Er komt een verdeelsleutel tussen de verschillende depots met als doel om iedereen aan het werk te houden.

Dit zijn belangrijke zaken die werden afgedwongen op basis van strijd. Een volledige overwinning is het niet: nieuwe aanwervingen zouden op contractuele basis gebeuren, het behoud van het statuut zou een uitdoofscenario vormen. Dit betekent dat er geen gelijk loon voor gelijk werk zal zijn, mogelijk een bron voor toekomstig ongenoegen.

En er is ook niets concreet vastgelegd voor de verdeelsleutel tussen de depots. Dit zal afhangen van de economische situatie en kan in de toekomst ook tot conflicten leiden.

Bovendien zullen er een aantal problemen opduiken bij het effectief toepassen van de principes die nu vast gesteld werden, wat met personeelsleden wiens post al werd afgeschaft bvb? We zullen er nauwlettend moeten op toezien dat niemand uit de boot valt.

De discussie moet ook open getrokken worden, bijvoorbeeld om een oplossing te vinden voor het personeel van B-FS (Freight Service). Zo is er in Antwerpen Noord alleen een tekort van 89 schouwers en rangeerders. Hierdoor zijn er 5600 achterstallige verlofdagen opgestapeld onder het personeel.

Waakzaamheid blijft geboden

De verdere afwikkeling van de onderhandelingen zal dus belangrijk zijn en ook de strijd tegen de herstructurering van de NMBS zal een impact hebben op de toekomst van de goederenmachinisten. Maar los daarvan kunnen we vaststellen dat de stakingsacties geloond hebben.

Moest de vakbondsleiding twee jaar geleden bij het begin van de discussie een principiële houding hebben ingenomen, dan was toen een volledige overwinning mogelijk geweest. Twee jaar geleden tekende ACV Transcom voor de oprichting van het filiaal van privaat recht, de leiding van ACOD Spoor legde zich neer bij deze handtekening. Er werd jammer genoeg niet verder gebouwd op de spontane staking van 15-16 september 2010, de aangekondigde goederenstaking van 11 oktober 2010 of de algemene spoorstaking van 18 oktober 2010. Daarmee hadden we nochtans de filialisering kunnen afblokken.

Nu hebben we er nog uitgehaald wat velen voor onmogelijk hielden. Dat was enkel mogelijk omdat er een krachtsverhouding werd uitgebouwd. Die is niet uit de lucht komen vallen, het is een werk van lange adem geweest dat bovendien grotendeels van onderuit is georganiseerd. Er zijn contacten gelegd tussen de depots over taal- en vakbondsgrenzen heen. Er is een nationale vergadering geweest met een 100-tal machinisten. We hebben ons niet uit elkaar laten spelen en op basis van een grondige informatiecampagne op de werkvloer aangevuld met vastberadenheid in de acties het vertrouwen gewonnen van een meerderheid van het personeel.

Directie, havenbaas en media gooien met modder

De directie was er snel bij om de staking ofwel dood te zwijgen ofwel te minimaliseren. De verantwoordelijke van de directie, Geert Pauwels, sprak in de media over een kleine harde kern. Zijn verklaring dat de stakingsactie in Monceau-sur-Sambre afgelopen vrijdag een “rechtstreekse aanval tegen NMBS Logistics en de goederenactiviteit” was, gooide extra olie op het vuur. Pauwels zorgde ervoor dat de staking in Charleroi ook na vrijdag bleef doorgaan.

Als havenbaas Eddy Bruyninckx het heeft over “lichtzinnige acties” van “mensen die de tak afzagen waarop ze zitten”, dan getuigt hij ofwel van bewust onbegrip ofwel van wat hij zelf ‘domheid’ noemt. Als we de liberaliseringsdrang van de politieke verantwoordelijken vrij spel geven, wordt het goederenverkeer per spoor verregaand afgebouwd en moet een groot deel van dit vervoer over de weg gebeuren. Doorheen langer wordende files dus. Zou dat goed zijn voor het “imago van de Antwerpse haven”? De acties van de goederenmachinisten zijn er net op gericht om de afbouw van het goederenverkeer per spoor te stoppen. Deze acties zijn niet alleen belangrijk voor de arbeidsvoorwaarden van de machinisten, maar ook voor het milieu en de mobiliteit in en rond Antwerpen.

De uitspraken door Veerle Van Mierlo, woordvoerster van Logistics, dat een ‘kleine harde kern’ van een 20-tal mensen de Antwerpse haven plat legde, waren uiteraard compleet van de pot gerukt. Hoe de media tot het cijfer van “circa 24 stakers” kwamen, is al helemaal onduidelijk. De deelname aan de staking bedroeg maandagavond 77% en liep dinsdag op tot 80%. Van Mierlo stelde dat er geen sprake was van een staking, maar van sabotage.

Moest er slechts een beperkte actiebereidheid geweest zijn bij een erg kleine groep, dan zou de directie uiteraard geen dergelijke verregaande toegevingen gedaan hebben. De druk was groot om toegevingen te doen. Er was de krachtsverhouding die enkel in de media kon ontkend worden. Maar er was ook de financiële achtergrond met het gevaar van een faillissement en verder was er ook druk vanuit de rest van de NMBS-groep. Op 3 oktober is er een stakingsactie voorzien tegen de geplande herstructurering van de NMBS. Er waren al de eerste stappen om de acties van de goederenmachinisten te laten samenvloeien met de acties bij de rest van het spoor. Dat zou er mogelijk toe geleid hebben dat de actiemethode van eengemaakte strijd van onderuit naar de rest van de spoorgroep zou overslaan. Dat ‘besmettingsgevaar’ wordt gevreesd door de directie (en wellicht ook door een deel van de vakbondsleidingen).

Strijd loont!

Na de 32-urenstaking van 29-30 augustus werd tot drie keer onderhandeld en werden er beperkte toegevingen gedaan. De zwakte van die voorstellen leidde tot de staking van 24-25 september, waarbij ook het personeel van B-FS (Freight Services, de rangeeractiviteiten) betrokken was.

Wat nu werd afgedwongen als onderhandelingsbasis maakt duidelijk dat vastberaden strijd loont en dat het belangrijk is om een krachtsverhouding uit te bouwen. Daarbij is er een grote solidariteit opgebouwd, over grenzen van vakbonden en taal heen. Toen de directie in Antwerpen met een deurwaarder dreigde tegen de goederenmachinisten, werd door de bestuurders rangeringen in Charleroi gedreigd om het hoofdspoor en dus ook het reizigerspersoneel plat te leggen.  Deze steun uit Henegouwen verhoogde de druk.

De overwinning bij het goederenverkeer kan door de rest van het personeel van de NMBS als een voorbeeld gebruikt worden om van de staking van 3 oktober een succes te maken en tevens te beginnen met een actieplan om de volledige herstructurering van de spoorgroep van tafel te vegen en te vervangen door een model van een geïntegreerd openbaar spoorbedrijf. Ook voor de goederenmachinisten is dit belangrijk. Een tweedelige structuur kan immers alles wat nu werd afgedwongen opnieuw op de helling zetten.