Libre Parcours heeft de tijd genomen om de beslissing van de Brusselse rechtbank van Koophandel in de zaak van Crossrail tegen NMBS Holding en NV Logistics te bekijken.
Crossrail steunt haar vordering op ‘antwoorden op vaakgestelde vragen: bestuurders van goederentreinen’. Een ballonnetje dat de directie van NV Logistics bijna een jaar geleden opliet. Deze tekst werd niet onderhandeld met de personeelsorganisaties en snel weer off line gehaald. Toch vinden we de inhoud van deze FAQ in grote lijnen terug in de presentatie die gebruikt werd op de befaamde hotelsessies.
Crossrail voert aan dat de wijze waarop de ter beschikking stelling plaatsvindt strijdig is met de Wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers. Crossrail vraagt daarom een stopzetting van de terbeschikkingstelling en de oplegging van een dwangsom. Artikel 31 van de wet van 1987 is volgens haar in strijd met het grondwettelijke gelijkheidsbeginsel. Crossrail ziet hier een discriminatie tussen een verbonden en een niet-verbonden vennootschap.
Vreemd genoeg vraagt NV Logistics in het geval van een veroordeling 6 maanden respijt om de zaak recht te trekken. De directie lijkt niet zo zeker te zijn van de zaak.
Volgens de Handelsrechtbank is er een wettelijke basis voor de ter beschikking stelling van personeel door NMBS Holding aan NV Logistics: artikel 1 bis van de wet van 23 juli 1926 betreffende NMBS Holding en haar vennootschappen. Dit werd aangepast door het KB van 18 oktober 2004 (art.8) dat later de kracht van wet kreeg.
In het artikel lezen we inderdaad het volgende:
2° alle activiteiten uit te oefenen inzake coördinatie, financiering en ondersteuning van verbonden vennootschappen of vennootschappen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat, met inbegrip van de terbeschikkingstelling van personeel aan deze vennootschappen en het stellen van zekerheden voor hun schulden;
Volgens de handelsrechtbank moet de ter beschikking stelling niet conform de wet van 1987 gebeuren omdat dit bij de aanpassing in 2004 niet gepreciseerd werd. Die redenering kan evengoed omgedraaid worden.
Volgens de handelsrechtbank zou de wet van 1987 van toepassing zijn in zowel de private als de publieke sector, maar enkel op werknemers.
De rechter vindt het niet nodig de eventuele ongrondwettelijkheid van artikel 31 te behandelen omdat dit het geschil tussen Crossrail en NV Logistics niet zou oplossen. Zelfs al zou het ongrondwettelijk zijn, ontstaat er niet plots een wet daardoor de ter beschikking stelling van statutairen verboden wordt.
Crossrail gaat ervan uit dat de statutairen als arbeiders of bedienden zullen tewerkgesteld worden. Volgens de rechter blijkt dit niet uit de stukken. Ze zouden onderworpen blijven aan hun statuut. Dat beweert de directie van Logistics inderdaad o.a. in de ‘FAQ’. Maar wat doet de rechter dan met het PC 226 waaronder de ter beschikking gestelden zullen vallen?
Voor opheldering over de voorwaarden bij een ter beschikking stelling van statutairen zullen we ons tot de Raad van State moeten wenden.
Het uitgangspunt van Crossrail is niet het lot van het statutaire spoorwegpersoneel, maar de eerlijke concurrentie, het veilig stellen van haar winsten dus. Crossrail betrekt de ter beschikking stelling er alleen maar bij omdat ze meent dat ze benadeeld is.
Wat Libre Parcours, een groep strijdbare militanten, en ook de juridische dienst van CSC Transcom betwisten, is niet zozeer de wettelijkheid van de ter beschikking stelling, maar wel de naleving van de wettelijke bepalingen bij een ter beschikking stelling. Het gezag over de arbeidsvoorwaarden komt toe aan de werkgever (NMBS Holding) en niet aan de gebruiker (NV Logistics). Een statutair blijft dus ressorteren onder bundel 541.
In de verdediging van de belangen van het personeel en de gebruikers van het openbaar vervoer moeten we elk wapen gebruiken. We mogen het juridische terrein niet schuwen, maar we mogen er ook geen illusies in hebben. De wetgever staat niet aan de kant van de arbeidersbeweging, integendeel. Een wijziging van de wetgeving in ons nadeel is dus niet uitgesloten.
Ongeacht de wettelijkheid ervan, kanten we ons tegen de ter beschikking stelling omdat deze de privatisering van het goederenvervoer per spoor tot doel heeft. NV Logistics kan niet van vandaag op morgen 350 contractuelen aanwerven en opleiden tot treinbestuurder. Ze heeft de statutairen nodig om deze periode te overbruggen. Zodra de verhouding contractuelen/statutairen goed zit, kan het boeltje verkocht worden.
Pdf FAQ