Staking bij De Lijn. Verslag vanop een piket in Antwerpen

Bij De Lijn voerden de vakbonden op zaterdag een succesvolle staking uit. De LSP (Linkse Socialistische Partij) stond mee naar de piketten in onder meer Antwerpen om de arbeiders een hart onder de riem te steken. In Antwerpen Zurenborg waren er 15 aanwezigen (sympathisanten niet meegerekend) en de stakingsbereidheid lag op ongeveer 90%. Ook Erik De Bruyn van Rood! toonde present, wat erop wijst dat deze nieuwe beweging zich terecht richt op strijdbewegingen. Op het piket spraken we met vakbondsmilitant Jef.

Wat is de inzet van deze stakingsdag?

Na de onderhandelingen met de directie zijn we gekomen tot drie kernpunten om vandaag het werk neer te leggen. Ten eerste is er het behoud van de verworven rechten. Sinds de invoering van pachtermaatschappijen en ook door de altijd maar hardere besparingsplannen, zien we die rechten steeds vaker onder druk te komen staan. Bij De Lijn is de flexibiliteit al zéér hoog (sommige buschauffeurs moeten met gesplitste diensten werken, waarbij ze tweemaal op een dag een korte dienst moeten draaien).
Ten tweede eisen we een zaterdagvergoeding van 150%, naar analogie van vele privébedrijven.
Tenslotte vragen we ook een stevige vergoeding voor de buschauffeurs die met gesplitste diensten moeten werken, want hiervoor krijgen zij nu nog geen twee euro per dienst. Het is zo dat een chauffeur met gesplitste diensten vaker thuis is in het weekend, maar het privéleven in de week kunnen ze wel vaarwel zeggen. Bij de MIVB is er wél een degelijke vergoeding (16 euro per dag met gesplitste diensten). Er wordt ontzettend veel gevraagd van die chauffeurs en de verloning is gewoon ondermaats.

Wat gebeurt er na de staking? Worden de onderhandelingen hervat? Volgen er nog stakingsdagen?

Maandag zal er nieuw overleg plaatsvinden, als die slecht uitdraait voor de werknemers, dan staken we terug op 24 juni, een weekdag. Op zo’n dag rijden er normaal gezien véél meer bussen uit (enkel in Zurenborg gaat het dan over 120 bussen), en we vermoeden dat de actiebereidheid zeker even hoog zal zijn. We zijn dus nog niet aan onze laatste adem voor wat betreft de strijd.

In de traditionele pers lazen we onlangs een artikel over ziekteverzuim bij de buschauffeurs. Buschauffeurs zouden te vaak ziek zijn. LibreParcours laat graag de kans aan arbeiders om de traditionele media van repliek te dienen.

Kijk, reizigers zien elke dag hoe zwaar onze job is, tussen het verkeer flaneren in volle spits in Antwerpen is geen lachertje. Ook wordt er van ons steeds meer productiviteit en flexibiliteit verwacht. De directie demotiveert (met een sanctioneringsbeleid) meer dan dat ze motiveert. Als je dan een dienst doet met oncomfortabel materiaal en dat gedurende 8 uur aan een stuk, dan begrijp je waarom dit tot fysieke klachten leidt. Ik daag Marino Keulen (OpenVLD) uit om onze job eens te komen meevolgen. Vooraleer uitspraken te doen dat wij véél te vaak ziek zijn, zoekt hij beter naar de oorzaken van die afwezigheden. Mag ik er op wijzen dat bij De Lijn een zeer strak systeem van controle op ziekteverzuim hanteert? Meestal staat de controledokter al aan je bed nog voor je je eigen arts hebt kunnen laten komen. Ook, wanneer een werknemer al wat vaker afwezig is op een jaar (wegens aanslepende rugpijn bvb), dan moet die zich vaak ook nog eens gaan verantwoorden bij de HR-manager, die helemaal geen doktersdiploma heeft. Dat komt intimiderend over en is tekenend voor dit bedrijf.

Zijn er nog zo’n voorbeelden van hoe De Lijn omgaat met zijn chauffeurs?

Zoals ik al zei, het sanctioneringsbeleid in combinatie met het ontbreken van een “motiveringsbeleid”. Men roept buschauffeurs op het matje voor de grootste bagatellen, waardoor de sfeer op de werkvloer aardig verzuurt. Als wij dan klagen over het materieel dat erg slecht onderhouden wordt (en wat soms tot onveilige situaties kan leiden), dan wordt dat weggewuifd. Vroeger moest een bus quasi perfect in orde zijn om de baan op te mogen, vandaag past men de reglementen aan zodat we afgekeurd materiaal de baan op worden gestuurd: “Een kapotte koplamp? Rij dan met mistlichten hé!”.

Komt De Lijn dan zo slecht uit de kosten?

Er wordt veel geld uitgegeven aan consultancy. Ook de geldverslindende make-over van onze huisstijl is een pure schande, als je weet hoe we hier moeten werken. Men plakt wat nieuwe stickers op de bussen (nieuwe stijl), terwijl de hele winter lang de Car-Wash buiten gebruik is. Of die dure informatieborden aan elke halte, de reizigers hebben een jaar moeten wachten vooraleer er iets op verscheen en nu is de informatie die erop komt meestal fout. Dan ben je beter af met papieren uurregelingen. En dan is er nog “het waterhoofd van De Lijn”, het management heeft nu ongeveer heel de Grote Hondstraat ter beschikking om te vergaderen, jammer dat er van al dat vergaderen zo weinig werkbare ideeën voortkomen. Er is geen geld meer voor de basics, geen geld voor het personeel, maar wel geld te over voor de fratsen van het hoogste kader.

Hoe verhoogt men de productiviteit?

Als onze dienst begint, hebben we zes minuten om onze bus rijklaar te maken en buiten te rijden. Dat is absurd weinig, gezien die bussen van tijd niet willen starten. En, de dienstregelingen die we moeten naleven zijn opgemaakt in de jaren stilletjes. Dat wilt zeggen dat er nu niet meer op tijd kan gereden worden door het alsmaar drukkere verkeer op de wegen. Dat maakt ook dat elke korte pauze verloren gaat, omdat we alweer onze volgende rit moeten verzekeren. Tenslotte worden de meeste dienstregelingen door een computer berekend en wordt er dus niet meer uitgegaan van de reële verkeerssituatie, en dat wordt goedgekeurd door managers die vaak extern zijn aangenomen en dus nauwelijks feeling hebben met “het beroep van buschauffeur”. Volgens hun statistieken is er weinig aan de hand, want veel bussen rijden op tijd (buiten de spits en op het platteland). Geen vuiltje aan de lucht dus.

Dank u voor het interview!