Stop de liberalisering van onze openbare diensten!

Het jarenlange neoliberale beleid heeft onze openbare diensten zwaar aangetast. Men houdt ons voor dat een liberalisering zorgt voor goedkope en efficiënte dienstverlening. De enigen die er echter beter van worden, zijn de aandeelhouders. Die kunnen de openbare diensten voor een appel en een ei opkopen en zich vervolgens op de kap van gebruikers en werknemers verrijken. Enkele antwoorden op vaak gehoorde argumenten.

Onze openbare diensten zijn bureaucratisch en niet efficiënt
Ja, onze openbare diensten zijn bureaucratisch. Er is inderdaad vriendjespolitiek met politieke benoemingen en corruptie als gevolg van een gebrek aan democratische inspraak door de werknemers en de gebruikers. Zal dit echter in een geprivatiseerde dienst beter zijn? De topmanagers zijn altijd hoofdzakelijk bezig met winst, bestemd voor zichzelf en hun directe vrienden.

Veel openbare diensten worden systematisch ondergefinancierd. Het is nogal gemakkelijk om een dienst onefficiënt te noemen als er onvoldoende personeel is. Bij de FOD Financiën werd recent nog actie gevoerd omdat het gebrek aan middelen ervoor zorgt dat enkel de “eenvoudige” dossiers nog kunnen worden gecontroleerd.

Als een bedrijfsleider over efficiëntie spreekt, gaat het niet over degelijke dienstverlening maar over het drukken van de kosten om de winsten te vergroten. Dat kan door diensten die niet genoeg opbrengen te schrappen en door te besparen op personeel. Het betekent in Duitsland dat er bijvoorbeeld amper nog postverdeling is in dunbevolkte regio’s, ook bij ons gaat het die richting op.

Door de concurrentie zal de gebruiker minder moeten betalen
Wie nog in deze mythe gelooft, moet dringend eens naar zijn/haar energiefactuur of telefoon- en internetrekening kijken. We betaalden nog nooit zoveel voor onze elektriciteit! Er zijn steeds enkele grote spelers die de markt inpalmen om op basis van prijsafspraken ons meer te laten betalen. Maar zelfs indien dit niet het geval is, blijft het doel van de verschillende concurrenten om zoveel mogelijk winst te maken. Dat betekent dat het geld ergens moet worden gehaald: bij het personeel of de gebruikers en meestal bij allebei.

Het moet van Europa
Een dooddoener die regelmatig te horen valt op vakbondsvergaderingen of vanuit de sociaal-democratie. Voor de EU is het inderdaad duidelijk: openbare diensten moeten niet aan dienstverlening doen, maar competitief zijn. En dit kan voor hen uiteraard enkel door te liberaliseren. Indien we deze logica volgen, hebben we binnenkort geen openbare diensten meer. Het zal dan ook nodig zijn om ons te verzetten tegen heel deze neoliberale logica van Europa. Belgische partijen, vooral SP.a en PS, zeggen ons regelmatig dat ze niet anders kunnen, omdat het moet van Europa. Daar vergeten ze dan wel bij te zeggen dat ze zelf in die EU zetelen en dat ze enkel de Europese regels toepassen als het hen uitkomt.

Overheidstussenkomsten zouden van Europa amper nog mogen, maar als de banken in de problemen komen, kunnen alle Europese lidstaten plots de geldkraan openzetten en massale overheidsinterventies toelaten. Waarom kan dat voor de banken en niet voor de openbare diensten?


Welke openbare diensten willen wij?
We moeten ervoor vechten om onze openbare diensten in publieke handen te houden. Tegelijk moeten we het gevecht leveren voor echte openbare diensten onder arbeiderscontrole. Dit is de enige garantie tegen bureaucratisering en voor een efficiënte dienstverlening. Want wie weet beter hoe zijn dienst functioneert, dan de arbeider die er zelf werkt? Daarnaast is het ook noodzakelijk dat er niet bespaard, maar geïnvesteerd wordt.

Daarvoor kunnen we niet op onze traditionele partijen rekenen die in het Europees Parlement voor de liberaliseringspolitiek stemmen en ons daarna komen vertellen dat ze er niets aan kunnen doen “omdat het nu eenmaal moet van Europa”. We moeten bouwen aan een politiek alternatief ter linkerzijde. Een alternatief dat echt opkomt voor de belangen van het personeel en de gebruikers van de openbare diensten.