De officiële aankondiging van de aanvallen op de spoorwegdiensten wordt begin oktober verwacht. De kaalslag is immens: tot de helft van de jobs zijn bedreigd, wie blijft moet een loonsvermindering van 20% slikken (bovenop een eerdere algemene loonsverlaging voor al wie in overheidsdienst werkt). De helft van de lijnen zou gewoon worden afgesloten. De regering rechtvaardigt dit beleid met laster over de arbeiders die teveel zouden verdienen. Een spoorarbeider met 26 jaar dienst en met twee kinderen komt netto aan 1.300 euro per maand. Een aantal arbeiders, zoals de chauffeurs, werken tot 60 uur per week omdat de overheid weigert om het noodzakelijke aantal chauffeurs aan te werven. Hierdoor moet te weinig personeel voor de dienstverlening zorgen en dus ook zondagdiensten en feestdagen kloppen. Met al die prestaties komt een chauffeur soms tot aan 2.500 euro per maand. De regering misbruikt dat cijfer nu om een verkeerd beeld te geven.
De spoorbonden hebben opgeroepen tot dagelijkse werkonderbrekingen van verschillende sectoren van spoorarbeiders. Er wordt ook een algemene spoorstaking van onbepaalde duur gehouden tijdens de parlementaire bespreking van het wetsvoorstel.
Er zal meer vastberaden actie nodig zijn. De acties van de spoorarbeiders moet gekoppeld worden aan een oproep tot steun van de andere vakbonden en andere sectoren. De overkoepelende vakbondsfederatie GSEE weigert intussen om solidariteitsacties te voeren.
De spoorbonden hebben opgeroepen tot dagelijkse werkonderbrekingen van verschillende sectoren van spoorarbeiders. Er wordt ook een algemene spoorstaking van onbepaalde duur gehouden tijdens de parlementaire bespreking van het wetsvoorstel.
Er zal meer vastberaden actie nodig zijn. De acties van de spoorarbeiders moet gekoppeld worden aan een oproep tot steun van de andere vakbonden en andere sectoren. De overkoepelende vakbondsfederatie GSEE weigert intussen om solidariteitsacties te voeren.
De strijd van de spoorarbeiders kan samen met de acties van het stadsvervoer, de telecom, de elektriciteitsarbeiders en andere sectoren een voorbeeld worden en een aanzet tot meer veralgemeende massastrijd tegen de zware besparingsmaatregelen van de regering.