De actie van 9 december werd gesteund door de drie vakbonden. Vooral het ACOD had een sterke delegatie ter plaatse. De betogers trokken naar binnen in de hoofdzetel van De Lijn in Mechelen waar de bijeenkomst van de raad van bestuur werd verstoord. Het was de bedoeling om de leden van de raad van bestuur te laten weten hoe groot de bezorgdheid onder het personeel is. Na een hernieuwd offensief van onder meer CD&V en VLD tegen het openbaar vervoer (met discussies over onder meer de reizigersaantallen en de prijs voor abonnementen), werden verschillende bedragen voor besparingen genoemd. Toen er na de bekendmaking van 40 miljoen euro besparingen geen syndicaal verzet kwam, is dat bedrag gewoon opgetrokken tot nu al 60 miljoen euro.
Een dergelijke besparing zou hard aankomen voor het personeel en de reizigers. De directie kondigde reeds aan dat het niet op de investeringen zal besparen. Bijgevolg wordt elders gezocht: bij het personeel en de dienstverlening. 60 miljoen besparen betekent dat er drastische maatregelen zouden moeten worden genomen in de dienstverlening. Het kan daarbij op jaarbasis al snel tot een miljoen kilometer gaan in een provincie als Antwerpen.
Het lijkt er op dat de directie de opties wil openhouden om zowel bij personeel als bij de dienstverlening te besparen. De vakbonden stelden op de actie van 9 december aanvankelijk dat er nood is aan eenheid tussen personeel en reizigers maar lieten nadien (net als in het pamflet) openingen voor een aanval op de reizigers. “Ook tariefmaatregelen kunnen zorgen voor extra inkomsten”, aldus het vakbondspamflet. Dat is een gevaarlijke redenering: waarom moeten de vakbonden zelf de besparingen gaan organiseren? En het is ook niet bepaald nuttig om meteen voer te geven aan de verdeeldheid tussen reizigers en personeel. De directie kan en zal daar handig gebruik van maken.
Op de actie van 9 december vroegen de vertegenwoordigers van de actievoerders aan de leden van de raad van de bestuur (waaronder ook vakbondsvertegenwoordigers) vriendelijk om niet zoveel te besparen, de raad van bestuur werd zelfs bedankt om de actievoerders te ontvangen. Dat was nogal bizar op een actie waarbij de raad van bestuur werd binnengevallen. De actie op zich was nuttig, het was goed dat de aanwezige militanten onderling eens met elkaar konden spreken. Maar er was tegelijk ook een wantrouwen in de wijze waarop de actie was georganiseerd en het gebrek aan stevig antwoord op de besparingsplannen.
Wat een verschil met het syndicale antwoord dat bij Bayer werd geboden op voorgestelde besparingen op de kap van het personeel. Daar werd klaar en duidelijk gezegd dat het personeel niet zou inleveren en dat het niet aan de vakbonden was om de besparingen te organiseren. Het resultaat van de vastberaden opstelling bij Bayer heeft ertoe geleid dat de plannen werden ingetrokken. Bij De Lijn werd niet gereageerd op het eerste besparingsplan en werd alle hoop gevestigd op onderhandelingen. Resultaat: de besparingen werden verder opgedreven. Zwakheid zet aan tot agressie!
Om het tij te keren, moeten de vakbonden zich verzetten tegen de besparingsmaatregelen. Er mag niet worden geraakt aan de arbeids- en loonsvoorwaarden en evenmin aan de dienstverlening. De directie is al maandenlang bezig met de discussie op te starten en heeft de agenda zelf in handen. Onder het personeel neemt de ongerustheid toe en bij gebrek aan een sterk antwoord, is het niet uitgesloten dat bepaalde besparingsmaatregelen uiteindelijk ook aanvaard zullen worden.
Het personeel moet nu steun zoeken bij de reizigers. Er zal geen 60 miljoen euro bespaard worden zonder te raken aan de dienstverlening. De traditionele politici maakten dit al duidelijk door ballonnetjes op te laten over het verminderen van het aantal gratis abonnementen, het opdrijven van de abonnementsprijs en het afbouwen van de basismobiliteit. Bij de tellingen van het aantal reizigers wordt het vereiste minimum opgedreven, dat geeft te vrezen voor bijvoorbeeld de belbussen of de laatste en eerste ritten. Een aantal politici verwezen naar de prijzen in het buitenland, waar een abonnement soms tien keer duurder is. In tegenstelling tot de lonen geldt hier dan plots dat de duurste prijzen de norm zijn waarmee zou moeten worden geconcurreerd. Als een omnipas voor een jaar geen 250 maar 2500 euro zou kosten, kan je al beter een auto aanschaffen. Het is hypocriet om in Kopenhagen met de wereldleiders te palaveren over maatregelen voor het milieu en tegelijk het openbaar vervoer te willen afbouwen.
Minister Crevits wil extra middelen uittrekken om een beter zicht te hebben op het gebruik van abonnementen – ze wil een chip laten inbouwen zodat abonnementen beter kunnen worden geteld. Dit nieuwe systeem zou miljoenen euro’s kosten. Op een ogenblik dat er wordt bespaard, zien de traditionele politici geen probleem in deze dure investering. Het moet immers dienen om achteraf forser het mes te zetten in de abonnementen.
Ook voor het personeel ziet het er niet goed uit. Als er niet bespaard wordt op de investeringen, zal het minstens deels op de lonen zijn. Met een selectieve aanwervingstop zal de werkdruk enkel worden opgevoerd. En dan zal het makkelijker zijn voor de directie om weerstand van het personeel tegen de afbouw van de dienstverlening tegen te gaan.
Voor het verzet tegen de besparingen kunnen we niet rekenen op de traditionele politici. De vroegere baas van De Lijn is nu SP.a-minister. Vanuit VLD en CD&V worden steevast meer besparingen geëist. Ook het Vlaams Belang sluit zich daarbij aan. Filip Dewinter verklaarde in het Vlaams parlement dat 80 miljoen euro besparen bij De Lijn te weinig is. Hij vroeg om “het mes te zetten in de buitensporige uitgaven voor allerlei linkse hobby’s: gesubsidieerde kunst, cultuur, De Lijn en uiteraard allerlei uitgaven ten voordele van allochtonen.” Het personeel bij De Lijn weet meteen wat het aan deze partij heeft.
De omvang van de geplande besparingen vereist een krachtig antwoord. Om een dergelijk antwoord te kunnen bieden, moet het personeel zich samen met de reizigers organiseren rond een gezamenlijk verzet tegen iedere besparing. In de plaats van te besparen op ons openbaar vervoer, moet worden geïnvesteerd in een uitbreiding van de dienstverlening met het respecteren van de arbeidsomstandigheden en lonen van het personeel. Er is nood aan een offensief programma voor de uitbreiding van het publieke openbaar vervoer.