De Lijn. Reservechauffeurs pikken het niet langer

Eind december bracht de Gazet van Antwerpen het verhaal van twee reservechauffeurs die protesteerden tegen de dubbele shiften, gesplitste diensten en lange afstanden om te gaan inspringen. Alhoewel de situatie voor de reservechauffeurs verschilt per regio, zijn de werkomstandigheden van een reservechauffeur geen lachertje. Het aantal reservechauffeurs is dan ook niet beperkt: in Antwerpen(streek) gaat het om 197 chauffeurs, of 22% van het totale aantal!

Twee vrouwelijke chauffeurs van de stelplaats Mol trokken samen met hun ACV-vakbondssecretaris naar de media met hun verhaal. Ze klagen erover dat ze vaak als reserve moeten opdraven in Broechem, Hoogstraten, Malle of Turnhout. Dat betekent dat er vaak lange afstanden moeten worden gedaan om op het werk te raken. Eén van de chauffeurs stelde: “Ik kocht in april een nieuwe auto. Er staan 18.000 km op de teller, allemaal voor De Lijn. Ik krijg er een vergoeding voor van amper 40 euro per maand.” De reële vervoerskosten liggen uiteraard een pak hoger, maar daar moet de chauffeur zelf maar voor opdraaien. Met een nettoloon van 1300 tot 1400 euro is dat niet altijd evident.

Andere problemen zijn de shifts die worden opgelegd. Het systeem van gesplitste diensten zorgt bij heel wat chauffeurs voor problemen. Een gesplitste dienst betekent dat er twee stukken van de dag wordt gewerkt met daar tussenin een pauze van enkele uren. In die pauze kan je zogezegd naar huis gaan, maar als je als reservechauffeur naar een stelplaats 40-50 km verder wordt gestuurd is het de moeite niet om naar huis te rijden. Daarbij komt nog dat de tussentijd vaak nog kleiner is dan gepland door vertragingen die de chauffeurs oplopen. En dan hebben we de kosten van die verplaatsing nog niet meegerekend. De geplitste diensten zorgen er ook vaak voor dat er bijzonder lange dagen worden geklopt. In het artikel in Gazet van Antwerpen werd het voorbeeld gegeven van een chauffeur die om 5u ’s ochtends thuis vertrekt en pas om 19u30 ’s avonds terug is. Dat leidt natuurlijk tot problemen en ook oververmoeidheid, wat de veiligheid van de chauffeur en de reizigers in het gedrang brengt.

Bijkomend probleem is dat de organisatie van het werk absoluut niet goed verloopt. Vaak weet een chauffeur pas een dag op voorhand welke dienst hij/zij de volgende dag moet doen. Bij tekorten wordt dan bovendien nog eens gedreigd dat er geen verloven mogen worden opgenomen. Veel jonge chauffeurs hebben hierdoor heel de kerstperiode moeten doorwerken. Bovendien is de onzekerheid en onduidelijkheid over de diensten niet bepaald bevorderlijk voor het gezinsleven of andere sociale contacten.

Bij de directie van De Lijn wordt de boot afgehouden. Er wordt gesteld dat men op de hoogte is van de problematiek, maar dat oplossingen niet evident zijn en het voorwerp moeten zijn van sociaal overleg. Dat is nogal mager als antwoord op vragen en kritieken die voortvloeien uit een gebrek aan investeringen in personeel waardoor de werkorganisatie beter kan verlopen.
In sommige regio’s is de situatie voor reservechauffeurs dan wel beter, ze werken bv. enkel in één bepaalde stelplaats, weten hun diensten lang(er) op voorhand,… Maar dit is absoluut niet de meerderheid. Er is een actieplan van het gemeenschappelijk vakbondsfront nodig om deftige werkomstandigheden voor alle reservechauffeurs bij De Lijn te bekomen en de werkelijke vervoerskosten van personeelsleden te dekken. Deze eis moet gekoppeld worden aan de vraag naar meer publieke middelen voor ons openbaar vervoer!